Votre navigateur n'est pas supporté par notre site. Merci de bien vouloir faire une mise à jour de la version actuelle de votre navigateur.
Karen .
Coach pédagogique pour les Crèches Helan
Votre tout-petit commence à marcher lorsqu'il ou elle est prêt·e. Il en va de même pour l'apprentissage de l'utilisation du pot. Il n'y a pas d'âge fixe pour cela. En tant que parent, la seule chose que vous pouvez faire est d'observer le comportement de votre enfant. Quoi, comment, où et quand ? Justine, responsable d'équipe chez Helan Crèches, vous guide.
Op welk moment je het best met de zindelijkheidstraining start, is voor elk kind verschillend. In het algemeen kan je stellen dat de gevoelige periode voor zindelijkheid niet voor 18 à 20 maanden plaatsvindt. Natuurlijk zijn er kinderen die vroeger aangeven klaar te zijn voor deze nieuwe uitdaging. Andere kinderen zullen dan weer wat later deze ontwikkelingstaak in handen nemen.
Om een stapje voor te hebben kan je al van in het prille begin benoemen wat je ziet: ‘je hebt pipi gedaan’, ‘je hebt kaka gedaan’ of ‘ik denk dat je nu kaka aan het doen bent’. Op deze manier help je jouw kind bewust te worden en geef je via taal aan wat er is gebeurd.
Alvorens de zindelijkheidstraining kans op slagen heeft, moet er aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Je kind moet er dus ‘klaar’ voor zijn:
Wanneer je deze voorwaarden niet voor ogen houdt en je sneller start dan wanneer je kind er biologisch rijp voor is, kan dit een negatieve impact hebben. Voor je peuter uit zich dat in angstig worden van het potje. Of je kind krijgt frustraties waardoor hij/zij kan wenen/slaan/roepen om het feit dat hij/zij snapt wat er verwacht wordt maar fysiek nog niet in staat is deze verwachting in te vullen.
Ook als ouder kan je kampen met frustraties, teleurstellingen en spanningen rond de zindelijkheid. Dit uit zich dan ook richting je kind waardoor jouw kind nog meer stress ervaart en nog meer ongelukjes heeft.
Het is dus echt belangrijk niet te vroeg te starten. Wanneer je kind er klaar voor is, kan hij of zij op een week tijd zindelijk worden.
Het is van groot belang om op een rustig moment de potjestraining aan te vangen. Is het een drukke periode op het werk of is er een broertje/zusje op komst? Stel het dan nog even uit. Een vakantie of een periode waarin je tijd kan maken, is het ideale moment.
Eens je start met de potjestraining is het belangrijk dat er voldoende ondersteuners zijn. Jij als ouder in de eerste plaats maar ook de kinderopvang, grootouders of andere zorgfiguren van jouw kind. De zindelijkheidstraining heeft veel kans op slagen als iedereen meehelpt.
Wanneer je thuis zonder pamper traint en bij de grootouders wel nog een luier aan doet, kan dit voor je kind heel verwarrend zijn. Stem dus zeker af met de omgeving waar je kind regelmatig wordt opgevangen. Als je de structuur hierrond doortrekt is dat duidelijker voor jouw kind.
Zittend plassen met de voetjes op de grond, ook voor jongetjes, is de beste positie. Zo kan je kind op een ontspannen manier plassen, zonder te moeten persen.
Een andere mogelijkheid is het zitje bovenop de toiletbril. Dit houdt wel risico’s in en zal voor een minder ontspannen gevoel zorgen. Bovendien moet je dan ook telkens een opstapje voorzien.
Aangezien het belangrijk is om op elk moment van de dag de potjestraining te kunnen verderzetten, kan het handig zijn om er minstens twee aan te schaffen. Ga je op reis, neem het potje dan mee. Op stap met de auto? Vergeet het potje niet.
Dit kunnen jullie samen met je kindje afspreken. Zo heeft hij of zij ook inspraak in het hele gebeuren. Kies voor een rustig plekje en zet er een boekje of speeltje bij zodat je kindje zich niet hoeft te vervelen tijdens het zitten op het potje.
Positieve aandacht is ook heel belangrijk. Je kind moet oefenen dus ongelukjes zullen er zeker zijn. Het is dan net nodig om aan te halen dat het oké is dat het op de grond is, dat het niet erg is en dat we volgende keer op het potje gaan proberen. Wanneer je jou boos zou maken heeft dit een remmend effect op de training.
Een eerste stap is kennis maken met het potje. Je kan samen een potje kiezen in de winkel of samen onderzoeken hoe het potje eruit ziet. Er zijn ook heel wat leuke boekjes te vinden over zindelijkheid die je kan voorlezen om kennis te maken met het potje.
Eens je kind het potje gewoon is, kan je starten met je kindje regelmatig op het potje te zetten. Gebruik hier vaste tijdstippen zoals bij het opstaan, na de boterham, voor de patatjes, na het slapen,… Zo kan je al vroeg regelmaat aanbrengen.
Laat je kindje niet te lang op het potje zitten. 3 minuutjes is al voldoende. Zorg ervoor dat die drie minuutjes fijn zijn voor je kind door samen een liedje te zingen of een boekje te lezen.
Heeft je kind iets in het potje gedaan? HOERA! Heeft je kind niets in het potje gedaan? Ook HOERA!, je kind heeft het goed geprobeerd.
Je kan er best 1u-1u30 tussen laten om opnieuw het potje aan te bieden. Jij kent je kind het best, observeer de luiers. Zijn die telkens nat na 1.5uur, bied het potje dan eens wat vroeger aan. Bevraag je kind tussendoor: ‘moet je pipi doen?’ op deze manier moet het kind stilstaan bij het gevoel van zijn of haar blaas.
De luier gaat uit. Als je merkt dat je kind zijn of haar luier voor een langere periode droog blijft (1u30/2u) kan je de luier uitlaten. Kies voor een onderbroekje in plaats van een blote poep. Laat je kind een leuk exemplaar uitkiezen. Dat helpt ook weer.
Het gevoel van een natte broek is onaangenaam waardoor dit een extra stimulans is om tijdig op het potje te gaan. Kies ervoor om de luier overal uit te laten. Zowel bij de grootouders als op uitstap.
Voorzie voldoende reserve kledij en ga ook dan regelmatig naar het potje met je kind. Laat ongelukjes voor wat ze zijn. Focus je op de momenten waarop het wel goed loopt. Is het in de broek? ‘jammer, volgende keer gaan we sneller naar het potje’ ‘kan gebeuren, papa gaat het proper maken’.
Wanneer er veel verandering is in een korte periode kan je kind een terugval krijgen in de zindelijkheid. Wordt niet boos maar toon begrip en geef je kind tijd om te wennen aan de nieuwe situatie.
Vaak verloopt dit moeilijker. Jouw peuter kan het lastig vinden of angstig zijn om kaka in het potje te doen. Er zijn verschillende redenen:
Sommige kinderen houden hun stoelgang op tot ze een luier aan krijgen of doen het in hun broek waar niemand hen kan zien. Hier laat jouw kind wel zien dat hij of zij controle heeft over de sluitspier. Wees niet meteen boos maar moedig aan dat je kind wel voelt dat hij/zij kaka moet doen.
Als je merkt dat je kind steeds op hetzelfde, rustige plekje gaat zitten om kaka te doen in de broek kan je proberen om het potje daar in de buurt te zetten. Ga hier rustig mee om en geef je kind tijd.
Lukt het toch niet op deze manier, dan kan je proberen om je kind bijvoorbeeld in zijn/haar luier kaka te laten doen terwijl hij/zij op het potje zit. Op die manier leert je kind de link met kaka op het potje kennen. Wanneer hij/zij dan sterk aangemoedigd wordt zal je kind snel vertrouwen krijgen in kaka op het potje. Je kan zo ook afbouwen:
Een halfuur na het eten is een goed tijdstip om je kind op het potje te zetten voor stoelgang. De darmen zijn dan het meest gestimuleerd.
Goed om te weten: Kleuterscholen mogen jouw kind niet weigeren omwille van het niet-zindelijk zijn.
Hoor je vaak van die verhalen dat kinderen vroeger sneller zindelijk waren? Dat klopt. De kwaliteit van de luiers zijn sterk gestegen waardoor kinderen een natte luier later ervaren en zich comfortabeler kunnen bewegen met een volle luier.
Weet ook dat je kindje wellicht sneller droog is overdag dan ’s nachts. Dat is perfect normaal.
Als je kind tussen de 4 en de 5 jaar is en nog niet zindelijk is voor urine overdag contacteer je het best een arts. Voor de nachtelijke zindelijkheid ligt die grens op 6 à 7 jaar.
In de webshop van Helan Zorgwinkel vind je alles wat je nodig hebt voor een veilige fietsrit. Als Helan-klant altijd met 10% korting.
Lire la suite
Les enfants et les adolescents peu sûrs d’eux sont davantage portés au perfectionnisme. Ils placent la barre haut et sont souvent très sensibles à la critique, ont peur d’être jugés et se comparent beaucoup aux autres.
Les enfants ont besoin de davantage d'eau que les adultes. Leur corps est encore en pleine croissance et est surtout en demande d'eau. elle constitue en effet 60% de leur organisme. Mais les enfants n'éprouvent quasiment pas la sensation de soif. C’est pourquoi il faut veiller à faire boire régulièrement de l’eau aux enfants afin qu’ils soient suffisamment hydratés. Et bien sûr, boire de l’eau est la meilleure option, de loin préférable aux jus et autres boissons rafraîchissantes.
Hoe verzorg je een wondje bij je kind? Wat doe je als je kindje zich verslikt? En wanneer zoek je hulp?
Félicitations pour l’arrivée de votre enfant ! Vous avez droit à un congé d’adoption. La mutualité Helan vous aide à accueillir votre enfant et octroie une prime d’adoption en plus de toute une série d’avantages et de remboursements.