Je browser is niet ondersteund door onze website, gelieve een upgrade te doen van de huidige versie van je browser.
Prof. Karlien Dhont
Kinder- en jeugdpsychiater UZ Gent
Kinderen die ’s nachts onophoudelijk huilen … Het is geen lachertje voor jonge ouders. En ook niet voor broer of zus. Veel ouders worstelen dan ook met de vraag hoe ze die slaapproblemen kunnen oplossen. Professor Karlien Dhondt, kinder- en jeugdpsychiater in het UZ Gent, doet al jaren onderzoek naar slaapstoornissen bij kinderen en past de resultaten ook toe in haar praktijk. Ze vatte alle belangrijke inzichten samen in het boek ‘Slaap nu maar (alsjeblieft)’. En geeft jou in deze blog twee verschillende methodes om je kindje zelfstandig te leren slapen.
“Toen ik een tiental jaar geleden begon, was slaap bij kinderen iets waar nog niet zoveel over geweten was”, aldus Karlien Dhondt. “Slaapproblemen hoorden nu eenmaal bij het ouderschap. Die losten zich vanzelf wel op.
Nochtans gaan dergelijke problemen vaak met schuldgevoelens gepaard: ‘we doen het niet goed’ of ‘het lukt ons niet’. Dat is zeker bij ouders van heel jonge kinderen de teneur als ze op consultatie komen.
Maar eigenlijk wachten ze gewoon veel te lang. Soms weten mensen niet hoe slaap juist werkt. En er zijn nu eenmaal ook kinderen bij wie het slapen echt problematisch is. In dat geval vraag je best professionele hulp.”
Als je kind een slechte slaper is, zijn dit in eerste instantie belangrijke vragen die je jezelf als ouder moet stellen:
Omdat er voor slaapproblemen bij jonge kinderen geen one-size-fits-all-benadering bestaat, is het belangrijk dat je je kind én jezelf kent.
Zo kan je de methode kiezen die bij je kind past en ook effectief werkt voor jouw gezin. Die formule kan succes opleveren. Want als je een plan uitdoktert om het slaapprobleem aan te pakken, moet je dat natuurlijk kunnen volhouden.
Vanuit die achtergrond ziet prof. Dhondt op consultatie doorgaans twee soorten ouders:
De ene groep weet in principe wel wat ze moeten doen maar durven het niet toe te passen uit schrik iets fout te doen.
Prof. Dhondt: “Als ik hen dan voorstel om samen even te analyseren wat typisch is voor de persoonlijkheid van hun kindje én die van zichzelf, dan kan ik meestal snel zeggen hoe we het kunnen aanpakken. Bij kinderen die vanaf hun geboorte een gezonde ontwikkeling hebben gekend, werkt die aanpak doorgaans goed. Eén consultatie volstaat dan vaak om verder te kunnen.”
Bij de andere groep voel je dat bijkomende ondersteuning noodzakelijk is omdat de slaapproblemen de mogelijkheden van de ouders overstijgen. Dan gaat het bijvoorbeeld over kinderen met specifieke problemen:
“Misschien weet je niet altijd wat je kind bedoelt als het huilt”, aldus prof. Dhondt. “Heeft het ergens last? Dan is het natuurlijk belangrijk dat de juiste diagnose wordt gesteld, zoals een parasomnie (roepen in de slaap) of rusteloze benen. Je kind kan ook een andere ontwikkeling doormaken dan gemiddeld of jij kan als ouder belangrijke ballast meetorsen waardoor je draagkracht beperkter is. In al die gevallen starten we een langer traject op.”
Je moet je als ouder in de eerste plaats afvragen wat je doel is. Wil je dat je kind voortaan zelfstandig in een eigen kamer slaapt? Dan is het normaal dat het in de beginperiode van je slaapaanpak vaker wakker wordt, omdat het gewend is dat je er bent.
Als je kind in jouw kamer mag blijven, dan moet je je bewust zijn dat doorslapen niet gegarandeerd is, zeker niet wanneer je kind telkens een reactie van jou verwacht of in jouw bed ligt.
“Dat is nu eenmaal een gevolg van de keuze die je maakt”, zegt prof. Dhondt. “Er is op dat vlak een interessante studie gebeurd die twee methodes behandelt: opting in (binnenkomen) of camping out (weggaan).
Gaat het vooral over aanwezig zijn? Of gaat het over weggaan en eventueel terugkomen? De studie toont aan dat beide opties werken. Er is niet echt een slechte methode: alleen kinderen (of ouders) die angstiger zijn.
Reageren kinderen en/of ouders in het begin daadwerkelijk heftig, dan is het beter om te kiezen voor de langzamere opting in methode. Die is langer vol te houden.”
“Je kind gaat wel degelijk zelfstandiger worden als je ruimte laat voor een vorm van gecontroleerd huilen, waarbij je als ouder steeds in de buurt blijft. Dan gaat je kind geleidelijk aan zichzelf leren troosten. Binnen een constructief verhaal uiteraard: je kind eindeloos laten huilen is not done. Dat is niet wat we verstaan onder zelfstandig leren in- of doorslapen.”
Slaapt je kind nog niet zelfstandig in of slaapt het nog niet door, maar heeft het wel een normale ontwikkeling en is er een goede binding met de ouders, dan kan je bijvoorbeeld de 4 minuten-regel toepassen.
Je kind moet dan wel ouder dan zes maanden zijn. De 4 minuten-regel is een voorbeeld van de camping out methode.
Tip: begin eraan met een goede voorbereiding en start bijvoorbeeld tijdens een vakantieperiode, want de eerste drie nachten kunnen pittig zijn.
Dat is dus best pittig, want kindjes kunnen zeker de eerste twee nachten 1 tot 2 uur huilen. Maar vanaf de derde nacht zal je kind al sneller zelfstandig in slaap vallen.
Als jij als ouder je daar volledig in kan vinden en je kind voor de rest een evenwichtige ontwikkeling kent, is verbetering heel snel merkbaar met deze methode: in 90% van de gevallen is het probleem op het einde van de week opgelost. Het klinkt hocus pocus maar als je het correct opvolgt bij een kindje dat zich doorgaans goed voelt, lukt het.
Het kan zijn dat de camping out methode bij jou als ouder niet past. Ze kan ook te heftig zijn voor kinderen die daarnaast nog met andere ontwikkelingsproblemen kampen (bijvoorbeeld moeilijke etertjes). Dan doe je het beter langzaamaan en is de opting in methode geschikter:
Gemiddeld heeft 25% van de kinderen onder de leeftijd van 3 jaar last van slaapstoornissen. Daardoor kampen ook veel ouders in hun dagelijks leven met vermoeidheidsproblemen.
Het kan zijn dat je kind zelf er niet zoveel last van heeft als het ’s nachts gewoon om een flesje vraagt en vervolgens weer inslaapt. Met een tweetal dutjes overdag is het dan weer helemaal gerecupereerd.
Maar voor de ouders geldt dat natuurlijk niet. Op je werk kan je niet zeggen dat je je prestaties op een lager pitje gaat zetten omdat je kind nog niet doorslaapt.
Dat beaamt ook prof. Dhondt: “Ouders moeten de slaapproblemen van hun kindjes vaak helemaal alleen oplossen. De grootouders werken bijvoorbeeld dikwijls nog. Dergelijke problemen worden heel sterk aan het gezin gekoppeld. Wat meer begrip zou zeker niet slecht zijn.”
In haar boek ‘Slaap nu maar (alsjeblieft)’ somt prof. Karlien Dhondt alle mogelijke slaapproblemen en -stoornissen bij jonge kinderen op, van reflux over ‘night terrors’ tot rusteloze benen.
Voor elk probleem worden er oplossingen aangereikt. Helan organiseert ook een webinar met prof. Dhondt, hét moment om al jouw vragen over de slaapgewoonten van jouw kind ter sprake te brengen.
Zit je kind met een slaapprobleem? Twijfel niet om hulp in te schakelen van een kinderarts. Hij/zij verwijst je indien nodig door naar de juiste specialist.
Als Helan-klant krijg je 50% korting op babyspullen bij Helan Zorgwinkel.
Zin in tips en interessante artikels tot je kindje 2,5 jaar oud is? Dan is onze zwangerschapsnieuwsbrief zeker iets voor jou.
Verder lezen
Als het over slapen gaat, heeft iedereen een mening. We delen enkele inzichten.
Hoe verzorg je een wondje bij je kind? Wat doe je als je kindje zich verslikt? En wanneer zoek je hulp?
Proficiat met de komst van je kindje! Je hebt recht op adoptieverlof. Helan helpt je om je kind te verwelkomen met een adoptiepremie en andere voordelen en terugbetalingen.
Het rotavirus is niet zeldzaam. Bijna alle kinderen jonger dan 5 worden erdoor getroffen. Het is een besmettelijk virus, dat een infectie van maag en darm veroorzaakt, en koorts, diarree en braken geeft. Ook problemen met de vertering, en uitdroging komen voor.