Blog

Begint de puberteit steeds vroeger?

Prof. Martine Cools

Afdelingshoofd kinderendocrinologie UZ Gent

De eerste puberteitstekenen bij een kind zijn altijd wennen voor ouders. Maar wat als die al opduiken als je kind 6 of 7 jaar is? “Ook dan is er zeker geen reden tot paniek,” zegt Prof. Martine Cools, Afdelingshoofd Kinderendocrinologie aan het UZ Gent.

Veel mensen hebben de indruk dat meisjes en jongens vroeger beginnen te puberen. Maar is dat ook echt zo? “Er is een belangrijk verschil tussen echte vroege puberteit en het vroeger verschijnen van bv. lichaamsbeharing en puistjes,” nuanceert Prof. Cools.

“Dat laatste komt door de mannelijke hormonen in de bijnier, en ik heb niet de indruk dat het vaker voorkomt dan vroeger. Er bestaan ook weinig wetenschappelijke gegevens over.

Voor vroege puberteit zijn er wel Europese trends. We zien bijvoorbeeld dat het begin van de borstontwikkeling bij meisjes de laatste 10 jaar wat vervroegd is. Maar we zien tegelijk dat het verloop van de puberteit uitgerekt is. Er lijkt dus weinig reden tot ongerustheid.”

Als een kind iets vroeger rijp is dan leeftijdsgenootjes, is er in de meeste gevallen niks ernstigs aan de hand. Het gaat meestal om een variant van de natuur en niet om een ziekte.

Varianten van de natuur

Van echte vroege puberteit spreekt men als meisjes borstgroei vertonen onder de 8 jaar, en als bij jongens de teelballen groeien onder de 9 jaar. Prof. Cools: “In die gevallen kan het nuttig zijn om een arts te raadplegen.

Al kunnen we ouders meestal geruststellen. Het gaat vaak om onschuldige varianten van de natuur. Als een meisje borstjes krijgt op 7 jaar en 10 maanden en daarna verloopt die ontwikkeling traag, dan is er meestal niks aan de hand.

Een klinisch onderzoek, en eventueel een meting van de botleeftijd en een bloedtest kunnen dat onschuldige karakter bevestigen. Als de borstontwikkeling al begint op 4 of 5 jaar, is er een grotere kans dat er een onderliggende fysieke oorzaak is. Dan is het belangrijk dat een kinderendocrinoloog dit onderzoekt.”

Hoe ontstaat vroege puberteit?

Erfelijke factoren zijn de belangrijkste oorzaak voor vroege puberteit. “We zien dat in sommige families kinderen vroeger rijp zijn,” vertelt prof. Cools. “Ook overgewicht kan een rol spelen. Want dat gaat gepaard met hogere insulinespiegels en andere groeifactoren in
het bloed.

Een ander element zijn vervuilende stoffen als bisphenolen en andere stoffen met een oestrogeenachtige structuur en werking. Die kunnen bv. een vroegere borstgroei mee in de hand werken. Al is het ene meisje daar gevoeliger voor dan het andere.”

In het kort:

  • erfelijke factoren
  • overgewicht
  • vervuilende stoffen
  • stoffen met een oestrogeenachtige structuur en werking

Een buitenbeentje

Vroeger puberen dan leeftijdsgenootjes, heeft dat gevolgen voor de gezondheid? Volgens Prof. Cools verschillen de risico’s van kind tot kind: “Als er bij vroege puberteit een onderliggende fysieke oorzaak is, kan de impact op de gezondheid groot zijn.

Maar als het gewoon om kinderen gaat die iets vroeger rijp zijn, hangt het vooral af van de omgeving. Zo’n kind voelt zich misschien een buitenbeentje in de klas. Maar zoiets is heel individueel.”

Is in zo’n geval psychologische begeleiding aangewezen? Prof. Cools: “Kinderen die zich buitengesloten voelen, kunnen daar zeker baat bij hebben. Al is er nog werk aan de winkel om die begeleiding financieel toegankelijker te maken.”

Sneller uitgegroeid

Wat je ook hoort, is dat kinderen met vroege puberteit seksueel risicogedrag kunnen vertonen. Een beeld dat Prof. Cools wil ontkrachten. “Als een meisje op haar 7de borstjes begint te krijgen, betekent dat niet dat ze ook meteen seksueel actief wordt.

Kinderen met een zeer vroege puberteit zijn wel sneller uitgegroeid dan andere kinderen. Ze groeien sneller op kinderleeftijd en dat kan uiteindelijk wel enkele centimeters verschil betekenen. En als je zo’n extreem vroege puberteit niet behandelt, kan het verschil nog groter zijn.”

Eén goede raad: vooral niet te snel panikeren.

Puberteit op pauze

Waaruit bestaat die behandeling dan? Prof. Cools: “Dat hangt af van de precieze oorzaak van de vroege puberteit. Als er problemen zijn met de bijnier die te veel mannelijke hormonen afscheidt, vergt dat een specifieke behandeling.

Vroegrijpe kinderen kunnen we indien nodig behandelen met hormonale inspuitingen om de paar maanden. Die leggen de activiteit van de hypofyse stil, waardoor we de puberteit op pauze zetten. En op het juiste moment laten we de natuur dan weer haar gang gaan.”

Vooral niet te snel panikeren

Voor ouders die vroege puberteitstekenen zien bij hun kind, heeft professor Cools één goede raad: vooral niet te snel panikeren: “Als een kind iets vroeger rijp is dan zijn leeftijdsgenootjes, is er in de meeste gevallen niks ernstigs aan de hand. Alleen als de puberteitskenmerken héél vroeg optreden en ook snel evolueren, is het belangrijk om een arts te raadplegen.”

Heeft je kind zelf vragen over puberteit? Op noknok.be vindt het antwoorden op maat van z’n leeftijd.

Je kind digitaal bewust opvoeden. Hoe doe je dat?

Matthias Dewilde geeft je praktische tips.

Herbekijk het webinar

Deel dit artikel

Verder lezen

Blog

Zonder taboe: seksuele opvoeding in dokter Bea-stijl

De tijd van de bloemetjes en de bijtjes in de les seksuele opvoeding is verleden tijd. Het mag nu zonder taboe en met een flinke dosis humor.

Blog

Tips voor een goede relatie tussen pubers én ouders

De puberteit. Een periode gekenmerkt door heel wat onzekerheden, en communicatieproblemen tussen kinderen en hun ouders. We gingen ten rade bij psychologe Maruschka en Cedric van de Helan Luisterlijn.

Blog

Puber op de proef

Tijdens de puberteit willen jongeren meer en meer zelf beslissen wat ze doen tijdens hun vrije tijd, waaraan ze hun zakgeld spenderen en ook wat ze willen eten. Een chocoladereep is aantrekkelijker dan een potje yoghurt...

Expert

Puberende kinderen? Zo zorg je voor een vertrouwensband

Veel ouders zullen deze situatie herkennen: “Ik heb het gevoel dat ik mijn 12-jarig kind niet meer ken. We zijn alle communicatie verloren en ik maak me zorgen om zijn/haar welzijn. Hoe kan ik opnieuw een vertrouwensband krijgen?” We vragen het aan gezinstherapeute Annemie Uyttersprot.