Blog

Zonder taboe: seksuele opvoeding in dokter Bea-stijl

Wannes Magits

Sensoa, Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid

De tijd van de bloemetjes en de bijtjes in de les seksuele opvoeding is verleden tijd. Op Ketnet zingt Dokter Bea vrijuit over penissen en vagina’s. In plaats van preuts en omfloerst mag het nu direct, zonder taboe en met een flinke dosis humor. Niet altijd vanzelfsprekend voor ouders. Wannes Magits van Sensoa legt uit waarom de Dokter Bea-stijl een juiste keuze is voor de jongeren van vandaag.

Geen vraag is te gek, dat was het motto van Dokter Bea. Het programma op Ketnet benadert seksuele opvoeding vrank en vrij en op een heel positieve manier. “We wilden inderdaad dat Dokter Bea heel open en zonder veel schaamte over seks durfde te praten”, bevestigt Wannes Magits, beleidsmedewerker Jongeren bij Sensoa.

“De media en sommige leerkrachten hebben de neiging om in eerste plaats te focussen op spectaculaire verhalen of dingen die fout gaan. Wij kiezen bewust voor een positieve visie. Samen met de jonge kijkers ontdekt Dokter Bea dat flirten plezant is, dat masturberen leuk is, enz. Op die manier leren jongeren dat seksualiteit iets heel normaals is.”

Wat willen jongeren weten?

Naast die positieve visie op seksualiteit vindt Sensoa het ook belangrijk om te vertrekken vanuit de vragen en noden van jongeren zelf. Wannes Magits: “Bij seksuele vorming denken veel volwassenen aan thema’s als tienerzwangerschappen, soa’s of seksueel geweld.

Maar de jongeren zelf worstelen met heel praktische vragen. ‘Kan je zwanger worden van orale seks?’, om maar één voorbeeld te geven. Voor ons draait seksuele opvoeding dus vooral om het ontkrachten van dat soort mythes.

Om te weten wat jongeren zich écht afvragen, werken we tijdens de lessen seksuele vorming onder meer met een vragendoos. We laten jongeren zelf aan het woord en luisteren zonder te oordelen. Ze mogen vragen, zeggen en vinden wat ze willen, maar wel altijd met respect voor iedereen. Dat zijn voor ons de basisprincipes van een goede seksuele opvoeding.”

Jongeren worstelen vooral met heel praktische vragen rond seksuele opvoeding.

Meer weten, minder risico

Natuurlijk is het ook belangrijk om jongeren te informeren over de risico’s van onveilige seks en ze de basisprincipes van een gezonde seksuele relatie mee te geven. Ook daarom is een goede seksuele opvoeding belangrijk.

Wannes Magits: “We leren jongeren ook om goed met elkaar om te gaan op vlak van relaties
en seks. Denk maar aan het onderhandelen over condoomgebruik. Die aanpak werpt echt z’n vruchten af. Het is bewezen dat hoe meer jongeren over seks weten, hoe langer ze hun ‘eerste keer’ uitstellen. Ze maken bewustere keuzes rond wat ze wel en niet willen.”

Ook ouders hebben een rol

Wannes Magits windt er geen doekjes om: “Ouders hebben de voornaamste rol van allemaal op vlak van seksuele opvoeding. Zeker voor kinderen zijn zij de belangrijkste figuren.

Bij pubers verschuift dat accent naar de vrienden, maar zelfs dan vormen ouders nog altijd dé houvast rond normen en waarden. Het is dus belangrijk dat ouders er zijn voor hun kinderen als ze met vragen rond relaties en seksualiteit zitten.

Al is er natuurlijk wat wederzijdse schaamte rond bepaalde onderwerpen, en dat is heel normaal. Je hoeft het bijvoorbeeld niet over seksstandjes te hebben met je kinderen. Die zaken kunnen ze ook onder vrienden of in de klas bespreken.”

Je kunt het thema als ouder beter bespreekbaar houden. Je kind geeft door z’n vragen zelf wel aan waar het op dat moment al klaar voor is.

Seksuele opvoeding in tijden van internet

Door het internet en de sociale media komen kinderen en jongeren vroeger met seks in aanraking. Is dat een gevaar? Wannes Magits: “Niet noodzakelijk. Kinderen krijgen inderdaad vroeger seksueel getinte beelden te zien, dat is vandaag onvermijdelijk. Maar als je op een normale manier met hen over seks praat, zal dat hun beeld rond seksualiteit niet negatief beïnvloeden.

Ze zullen wellicht zelf naar je toestappen als ze bv. op expliciete beelden gebotst zijn op hun smartphone. Pas als het onderwerp thuis een taboe is, kunnen kinderen en jongeren een verwrongen beeld over seks krijgen en bijvoorbeeld gaan denken dat porno realistisch is.”

Wat zeg je op welke leeftijd?

Maak je je ongerust over welke onderwerpen je mag aankaarten op welke leeftijd? Dat is nergens voor nodig, volgens Wannes Magits: “Zelfs een kleuter mag gerust weten waar de baby’s vandaan komen.

Aan de vragen van je kind merk je als ouder zelf wel waar het klaar voor is. En als je toch iets te veel in detail gaat, zal je merken dat je kind afhaakt, of je uitleg toch niet onthoudt omdat het even z’n petje te boven ging.

Kortom, je kunt als ouder weinig verkeerd doen als je over seks praat.”

Praten met je kind over seks: hoe begin je eraan?

  • Breng het onderwerp terloops ter sprake: Ga niet plechtig zitten voor ‘Het Gesprek’, dat werkt alleen averechts.
  • Gebruik aanknopingspunten uit de media of uit je omgeving om het over seks te hebben.
  • Laat je kind vooral zelf vragen stellen en probeer die te beantwoorden.
  • Geef gerust toe als je over een bepaald onderwerp niet alles weet. Informeer je en praat er later over verder.
  • Benader het onderwerp met een open geest. Dan komt je kind zelf naar je toe als het met vragen zit.

Deel dit artikel

Verder lezen

Blog

Begint de puberteit steeds vroeger?

De eerste puberteitstekenen bij een kind zijn altijd wennen voor ouders. Maar wat als die al opduiken als je kind 6 of 7 jaar is?

Blog

Tips voor een goede relatie tussen pubers én ouders

De puberteit. Een periode gekenmerkt door heel wat onzekerheden, en communicatieproblemen tussen kinderen en hun ouders. We gingen ten rade bij psychologe Maruschka en Cedric van de Helan Luisterlijn.

Blog

Puber op de proef

Tijdens de puberteit willen jongeren meer en meer zelf beslissen wat ze doen tijdens hun vrije tijd, waaraan ze hun zakgeld spenderen en ook wat ze willen eten. Een chocoladereep is aantrekkelijker dan een potje yoghurt...

Expert

Puberende kinderen? Zo zorg je voor een vertrouwensband

Veel ouders zullen deze situatie herkennen: “Ik heb het gevoel dat ik mijn 12-jarig kind niet meer ken. We zijn alle communicatie verloren en ik maak me zorgen om zijn/haar welzijn. Hoe kan ik opnieuw een vertrouwensband krijgen?” We vragen het aan gezinstherapeute Annemie Uyttersprot.