Je browser is niet ondersteund door onze website, gelieve een upgrade te doen van de huidige versie van je browser.
Belgen gebruiken te veel antibiotica, met wijdverspreide antibioticaresistentie tot gevolg. Antibioticaresistentie is één van de belangrijkste uitdagingen voor de publieke gezondheid(zorg): het heeft een impact op gezondheidszorguitgaven, de slaagkans van behandelingen met antibiotica en kan zelfs resulteren in overlijden. De WHO voert daarom jaarlijks campagne rond het correct gebruik van antibiotica tijdens de World Antimicrobial Awareness Week van 18 tot 24 november.
België is al jaren een slechte leerling wanneer het aankomt op antibioticagebruik. Het gemiddeld gebruik, ligt beduidend hoger dan het Europese gemiddelde. Vergeleken met Nederland ligt het gebruik zelfs dubbel zo hoog. Frankrijk doet het echter nog slechter dan wij.
Maar wat weten we uit meer recente data? De Onafhankelijke Ziekenfondsen, waaronder Helan in Vlaanderen, onderzochten het ambulante antibioticagebruik op basis van de terugbetalingsgegevens van hun 2,2 miljoen leden en keken daarbij naar de evolutie van het gebruik tot en met juni 2023, de voornaamste gebruikers en voorschrijvers.
Het goede nieuws: het antibioticagebruik in 2023 ligt lager dan in 2016. Minder goed nieuws: het gebruik ligt in 2023 opnieuw hoger dan in 2019, net voor de covid-pandemie.
69% van het totale volume aan antibiotica (afgeleverd buiten het ziekenhuis) wordt voorgeschreven door huisartsen, gevolgd door tandartsen met iets meer dan 8% van het totale volume. We stellen een sterke variatie tussen de verschillende beroepsgroepen vast: zo schrijven huisartsen, stomatologen en kinderartsen gemiddeld aan meer dan 10% van de patiënten antibiotica voor. Dat er verschillen zijn tussen arts-specialisten hoeft niet te verbazen, maar de variatie binnen de geneeskundige specialisaties is wel erg opvallend. Zo schrijft een kwart van alle huisartsen op jaarbasis aan maximaal 9% van de patiënten antibiotica voor, terwijl een ander kwart aan minstens 22% van de patiënten antibiotica voorschrijft. Hoewel dit zeker kan liggen aan de verschillen in patiëntenpopulatie, wijst het erop dat er wellicht nog veel winst te boeken valt door artsen toe te laten hun voorschrijfgedrag te vergelijken met de wetenschappelijke richtlijnen en het voorschrijfgedrag van collega’s.
Wanneer we kijken naar de voornaamste gebruikers, stellen we weinig verrassend vast dat chronisch zieken en personen in een woonzorgcentrum vaker antibiotica innemen. Maar ook kinderen jonger dan 5 behoren tot de grootste gebruikers.
“Het is kenmerkend dat ook jonge kinderen tot de grootste gebruikers behoren. Het gaat bij hen heel vaak om luchtweginfecties, zoals middenoorontstekingen. In sommige gevallen is een correcte behandeling met antibiotica heel belangrijk. In andere gevallen zal de arts echter eerst de voorkeur geven aan symptoombestrijding, tenzij er specifieke klinische indicaties zijn om meteen antibiotica op te starten. In ieder geval is het als ouder heel belangrijk om de voorschriften van je arts ter harte te nemen. Start nooit op eigen houtje een behandeling op, bijvoorbeeld omdat je nog over een restje antibiotica beschikt, en respecteer de duur en dosis zoals voorgeschreven.”
Om te zorgen voor een daling van het antibioticagebruik zijn er richtlijnen voor zowel patiënten, voorschrijvers als overheid. Naast een correcte opvolging van de richtlijnen door de voorschrijvers, kunnen preventieve maatregelen ook bijdragen tot een daling van het antibioticagebruik. Een goede handhygiëne en je neus en mond bedekken met een papieren zakdoekje of met de binnenkant van je elleboog als je hoest of niest, helpen besmettingen voorkomen. Wanneer mogelijk, draagt ook vaccinatie bij tot preventie. Daarnaast is het van belang om een breed beleid te voeren, want resistente bacteriën komen immers ook voor bij dieren, in voeding en in het milieu. Tot slot kan het voorschrijf- en consumptiegedrag verbeterd worden.
Deel dit artikel
Verder lezen
Robotica en artificiële intelligentie zijn niet meer weg te denken uit de moderne wereld. Niet voor niets, want ze kunnen heel wat zaken vereenvoudigen, versnellen en verbeteren. Ook in de geneeskunde.
Net als je jaarlijkse afspraak bij de tandarts, is een bezoek aan de oogarts aan te raden. Wist je dat je bij Helan terugbetalingen krijgt voor een nieuwe bril, lenzen of oogcorrectie? Er is ook korting voor Helan-leden bij een hele reeks opticiens.
Een goede communicatie met je arts komt je gezondheid ten goede. Waarom? Dat legt Koen Pardon, professor aan de Vrije Universiteit Brussel en doctor in de klinische psychologie, graag uit.
De menopauze wordt ten onrechte als ‘de overgang’ bestempeld. Want de eigenlijke overgang gaat er jaren aan vooraf, en heet de perimenopauze. Een onderbelichte fase waar veel vrouwen nochtans erg onder lijden.